De Kleijne & Janssen
14-04-2017 | Arbeidsrecht
Lees meer
De wet kent een rechtsvermoeden van de arbeidsomvang. Dat rechtsvermoeden is bedoeld om de werknemer houvast te bieden wanneer de omvang van de arbeid niet of niet duidelijk is afgesproken of wanneer de feitelijke omvang van de arbeid structureel hoger is dan de overeengekomen arbeidsduur.
De vraag in een procedure voor de kantonrechter was of het rechtsvermoeden van arbeidsomvang ook speelt bij een min/max-overeenkomst. Een min/max-overeenkomst houdt in dat werkgever en werknemer zowel een minimum als een maximum aantal uren arbeid overeenkomen. Onderdeel van de afspraken is dat de werknemer in ieder geval recht heeft op loon over het minimum aantal overeengekomen uren. Ten aanzien van het aantal uren boven het minimum wordt afgesproken dat de werkgever de werknemer kan oproepen, waarna de werknemer in beginsel verplicht is aan deze oproep gehoor te geven.
De kantonrechter stelde vast dat de omvang van de arbeid duidelijk was omdat in de overeenkomst een minimum en een maximum aantal uren per periode was vastgelegd. De kantonrechter vond in dit geval de marge tussen het minimum en het maximum wel ruim, maar dat betekent niet dat dan de arbeidsomvang niet eenduidig zou zijn overeengekomen. Een beroep op het rechtsvermoeden kan dan alleen slagen als de arbeidsomvang structureel hoger ligt dan het maximum aantal overeengekomen uren. Daarvan was in dit geval geen sprake.
Inkomstenbelasting
Formeel recht
Sociale verzekeringen
Om onze website optimaal te kunnen laten functioneren gebruiken wij technologie, waaronder cookies en apparaat gegevens. Wanneer u ons toestemming geeft voor deze technologie, kunnen wij bepaalde informatie en data ontvangen, waaronder uw gedrag op onze website en uw unieke IP-adres. Geeft u geen toestemming of trekt u de toestemming voor het bewaren van cookies in, dan kan dat invloed hebben op de optimale werking van deze website en bepaalde onderdelen.