Een verbouwing waarbij de ene partner meer geld inbrengt dan de andere partner

Bij de notaris laat u de (hypotheek)akte(n) tekenen voor de aankoop van een nieuwe woning, maar het kan ernstig mis gaan als de overige onderlinge financiële afspraken niet worden vastgelegd. Aan de hand van een recent voorbeeld lichten we dit graag toe.

De Rechtbank Noord-Holland had onlangs een case waarvan we de uitspraak graag met u delen.

Geld terugvorderen van een verbouwing na beëindigen relatie

In de desbetreffende zaak heeft een ongehuwd koppel een woning gekocht en verbouwd. De vrouw heeft € 26.500,- uit haar privévermogen ingebracht bij de aankoop van de woning en bij de verbouwing nog eens € 89.182,86. Nadat hun relatie was geëindigd, wilde de vrouw dat geld graag terug hebben. De man vond echter dat zij daar geen recht op had. Gevolg: ze stonden tegenover elkaar bij de rechtbank.

De vrouw had een overzicht gemaakt van alle bedragen die zij had (mee)betaald aan de verbouwing. Maar volgens de rechter had zij geen enkel recht op vergoeding van de door haar ingebrachte € 89.182,86, omdat deze bedragen niet aan de aankoop van de woning zijn besteed, maar aan de verbouwing.

De rechter is van mening dat de algemene regels van het verbintenissenrecht moeten worden toegepast. Samenwoners kunnen namelijk geen rechten ontlenen aan de bijzondere regels die echtparen of geregistreerde partners wel kunnen. Er zou sprake kunnen zijn van een (stilzwijgende) overeenkomst waardoor de vrouw recht zou hebben op een vergoeding van haar investering(en). Maar dan moet de overeenkomst wel te bewijzen zijn.

De privé investering van de vrouw ad € 26.500,- ten behoeve van de aankoop van de woning is gemeenschappelijk vermogen geworden en derhalve krijgt zij haar investering terug van haar man. De € 89.182,86 aan verbouwingskosten die de vrouw uit haar privévermogen heeft voldaan worden niet vergoed. De redenering van de rechter is: de algemene regel van vergoeding is alleen maar van toepassing bij de verkrijging van een vermogensobject dat gemeenschappelijk bezit wordt. Aangezien de woning al gezamenlijk eigendom was ten tijde van de verbouwing, heeft de vrouw geen recht op de vergoeding van € 89.182,86. Dat zou anders zijn geweest als de man en de vrouw hierover afspraken hadden gemaakt en vastgelegd.

Dit is dus het perfecte voorbeeld waarom het zeer belangrijk én noodzakelijk is om voor samenwoners óók hun afspraken over de meer-inbreng schriftelijk vast te laten leggen bij de notaris.

Wilt u hier hulp bij? Laat het ons dan vooral weten. Wij kijken graag met u mee!